Bewust en vrij leven
Mensen zijn ontzettend interessante wezens. Geen mens is hetzelfde. Heb je ooit ergens op een bankje of een terras gezeten puur en alleen om mensen te kijken? Ik wel, meer dan eens. In mijn studietijd en de jaren daarna viel mij vooral de manier van bewegen bij mensen op. Een vorm van vakidiotie denk ik.
Gaandeweg veranderde dat in een interesse in gezichten: neuzen, monden, oren, symmetrie of juist niet. De laatste jaren let ik eigenlijk niet meer zozeer op die onderdelen van het gezicht, maar zijn het de ogen die me raken. Leonardo da Vinci schreef dat ogen de spiegel van de ziel zijn. En hij had gelijk.
Gezichtsuitdrukkingen kunnen veel over een persoon en zijn stemming of mening vertellen, maar kunnen een ook masker zijn. Ogen laten de waarheid zien. Ze kunnen hard zijn, of juist zacht. Onzeker, of juist arrogant. Of iets van allebei. Dan denk je de ander door te hebben, en dan schiet er toch een zweem van het tegenovergestelde door de blik. Een mens is een heel complex wezen met ieder zijn of haar eigen ervaringen die hem/haar gevormd hebben. Achter iedere paar ogen gaat een heel verhaal schuil.
Toen ik dat een aantal jaren geleden begon te beseffen, ben ik bewust meer op ogen gaan letten. En tot mijn verbazing merkte ik dat mijn mening over sommige mensen in mijn omgeving veranderde. Een vrouw die ik al vanaf mijn jeugd ken en waar ik als kind bang voor was, omdat ze altijd zo hard en scherp in haar oordelen was, bleek een vreemde rusteloosheid in haar ogen te hebben. Ze was dus helemaal niet zo zeker van haar zaak. Het was voor haar een masker om zich staande te houden. Om zichzelf een vorm van eigenwaarde te geven.
Een vrouw waar ik altijd heel leuk mee kon praten, altijd vrolijk. Tot ik een pijn in haar ogen zag, zo diep, dat ik in één klap realiseerde dat al die vrolijkheid gemaakt was. Jaren later heeft ze me inderdaad over die diepe pijn verteld. En ik krijg nog steeds tranen in mijn ogen als ik er aan denk.
Wat kunnen we snel met onze oordelen klaarstaan en wat kunnen we ernaast zitten.
Dat is ook gelijk de reden dat ik iemand, met wie ik in gesprek ben en nog niet goed ken, niet lang kan aankijken. Ik ga zo op in de ogen van diegene dat ik me niet meer goed kan concentreren op het gesprek.
Weet je bij wie ik dat het meest heb? Sommige oudere mensen van 70+. Deze mensen hebben een vrede in hun blik die zo verwarmend is voor degene die deze blikken mag opvangen. Jongere mensen hebben vaak een rusteloosheid over zich. Niet alleen in hun ogen, maar in hun hele doen en laten. Deze oudere mensen lijken meer te (kunnen) genieten van het nu. Misschien worden ze daar ook toe gedwongen doordat niet alles meer even soepel gaat. Ze stralen een rust uit die niet met woorden te beschrijven is. Het liefst zou ik een hele dag met zo iemand willen optrekken, om te leren ook zo te leven, maar mijn eigen rusteloosheid dringt me er toe weer verder te gaan met mijn dagelijkse bezigheden. Niet alle 70+-ers hebben deze rust over zich, maar je ziet het wel vaker bij deze groep. Wat kan de reden zijn?
Schiet me een andere waarheid te binnen, van Augustinus dit keer: ‘Onrustig blijft ons hart, totdat het rust vindt in U’. Misschien is dat wel het geheim…