Bewust en vrij leven
‘De natuur doet niets zonder reden’, schijnt Aristoteles gezegd te hebben. Nou twijfel ik daar af en toe wel eens aan. Zo heb ik afgelopen week heel wat uren besteed aan het verwijderen van kweekwortels. De varkens hadden het meeste al opgeruimd, maar de restjes mocht ik zelf doen.
Na de zoveelste kruiwagen vol zuring-, brandnetel- en kweekwortels kreeg ik de neiging het kweekgras te verwensen, want verreweg de meeste wortels waren die van kweek. Het zijn lange, vlezige wortels en ze kruipen ontzettend. En als er een stukje afbreekt, groeit die als zelfstandige plant verder.
Ze vormen een dichte zode, zodat je (zonder voorbewerking door varkens) er bijna niet met de schep of vork doorkomt. Alsof dat nog niet vervelend genoeg is, groeien de wortels ook nog eens 50 tot 100 cm diep de grond in. Kom daar maar eens bij!
Maar Ralph Waldo Emerson zei het al: ‘Wat is onkruid? Een plant, waarvan de verdiensten niet zijn ontdekt.’
Net als veel planten die wij onkruid noemen, is kweekgras een indicatorplant. Een indicatorplant is een plant die je iets vertelt over de conditie van de bodem. Zo groeit kweekgras op vruchtbare, stikstofrijke bodems waarin onvoldoende stikstof beschikbaar wordt gemaakt voor planten. Er zit dus wel stikstof in de bodem, alleen in een vorm waar planten niets mee kunnen.
Dit kan meerdere oorzaken hebben, maar het wijst er vooral op dat er belangrijke leden van het bodemvoedselweb missen. Het bodemvoedselweb wordt gevormd door allerlei micro- en macro-organismen in de bodem, zoals bacteriën, schimmels, protozoa (denk aan de pantoffeldiertjes), wormen, kevers etc.
Die organismen zorgen er samen voor dat de bodem vruchtbaar is en dat er gezonde planten in die bodem kunnen groeien. Dat er in een bodem leden van dat web missen, kan weer het gevolg zijn van te weinig voedsel in de bodem voor die organismen. Het basisvoedsel van het hele bodemvoedselweb is organisch materiaal (resten van dode planten etc.). En dat is bij ons ook precies wat er mist.
Wij tuinieren op leem, een hele vruchtbare grondsoort, maar zonder voldoende organisch materiaal kan het keihard worden. Hieronder zie je een foto van zo’n klomp.
Op die foto zie je dat de natuur overal een antwoord op heeft, zolang er nog iets van leven in de bodem zit tenminste. Als je goed kijkt zie je gaatjes in de klomp. Die gaatjes zijn gemaakt door die vervelende wortels van kweekgras. De uiteinden van kweekwortels zijn heel puntig.
Daarmee kunnen ze zich door harde lagen boren, zelfs dwars door aardappels heen. Doordat kweek gaatjes in de harde bodemlagen maakt, kunnen water, lucht en voedingsstoffen beter doordringen in de bodem.
De groene plantdelen van kweek bevatten veel kalium, kiezelzuur, chloor en molybdeen. Die elementen haalt de plant met zijn wortels diep uit de grond. Als de bovengrondse delen afsterven of opgegeten en uitgepoept worden door bijvoorbeeld een koe, komen deze voedingsstoffen beschikbaar voor oppervlakkig wortelende planten.
Kweek kan een heel dichte zode vormen. Daarmee beschermt kweek de bodem tegen verdere aftakeling. In je moestuin of sierborder is kweek echter een ongewenste plant, omdat het door die dichte zode alle andere planten verstikt. Je wilt natuurlijk niet dat er op den duur alleen nog maar kweek groeit.
Alleen hoe krijg je kweek weg? Niet door gif of schoffelen. Ook niet door het te verstikken met plastic zeil. Ja, je bent wel tijdelijk van de kweek af, maar omdat het echte probleem, de slechte bodem, de reden dat de kweek groeit waar hij groeit, niet is weggehaald, heb je binnen een paar jaar weer hetzelfde probleem.
Is er dan geen manier om ervan af te komen?
Ja zeker wel! Zorg ervoor dat de kweek het niet naar zijn zin heeft op de plek waar jij het niet wilt hebben. Zorg voor een goed bodemvoedselweb. We hebben nu een aantal jaren achterelkaar onze moestuin uitgebreid. Daarvoor was het net zo’n kweekveld als het stuk dat we dit jaar cultiveren. De eerste jaren was het een drama. De kweek kwam voortdurend terug, samen met al het andere onkruid. Sinds we met compost werken hebben we echter geen last meer van kweek in de tuin. Ook niet in het stuk dat we afgelopen jaar gecultiveerd hebben.
Hoe pak je dat aan? Je spit de bodem eerst zo goed mogelijk om, bij voorkeur met een spitvork. Een schep kan ook, maar omdat je hierdoor de wortels in kleinere stukjes snijdt, heb je meer werk om ze eruit te halen. Door het spitten maak je de harde lagen losser en kun je zoveel mogelijk kweekwortels verwijderen. Vervolgens dump je een laag van 5 tot 10 cm compost over de grond. Niet doorwoelen, het bodemleven doet de rest! Vervolgens doe je een stap terug en ga je kijken wat er gebeurt.
Heel af en toe vinden we nog een kweeksprietje die het wil proberen en dan voornamelijk in de aangestampte paden. Waarschijnlijk afkomstig van een overgebleven stukje wortel in de grond. In de groentebedden trek je het plantje er echter heel gemakkelijk uit door de losse structuur van de compost.
Dat is ook wel logisch. Doordat we de groentebedden niet meer omspitten, maar voorzien van een dikke laag compost is het bodemleven drastisch verbeterd. Daardoor zijn de stikstofvoorziening en de structuur van de bodem stukken verbeterd en heeft kweek het er niet meer naar z’n zin. Het is overbodig geworden!
Zie je, de natuur doet niets zonder reden! Je moet alleen de reden weten.