Bewust en vrij leven
In eerdere posts (over landbouw, veeteelt en wereldvoedseltekort) heb ik geschreven over waarom ik GMO geen oplossing vind voor diverse problemen, maar zoals ik aan het eind van de laatste post hierover al aangaf: het is gemakkelijk om je ergens tegen uit te spreken, maar weet je dan ook een alternatief? Die is er in dit geval zeker, namelijk: bodemleven!
Een gezond bodemleven is van (over)levensbelang, letterlijk en figuurlijk. Door een gezond bodemleven (ook wel een bodemvoedselweb genoemd, vanwege de grote verscheidenheid aan beestjes die het bodemleven vormen en hun onderlinge interacties) wordt de grond bijvoorbeeld weerbaarder tegen extreem weer. Bodemleven voorkomt samen met de plantwortels erosie. Planten die groeien in een bodem met een gezond bodemvoedselweb zijn weerbaarder tegen plagen en ziektes. Mensen die deze planten eten, krijgen meer vitamines en mineralen binnen, waardoor ze zelf ook weerbaarder tegen ziektes zijn. Zo maar een aantal dingen die een gezond bodemleven tot gevolg kan hebben.
Hoe krijg je nou een gezond bodemleven? Door de bodem te voeden in plaats van de plant. Vul aan wat je eruit haalt.
Als we kijken naar de natuur zien we daar mooie voorbeelden van. Daar kunnen we veel van leren. Bomen die hun bladeren laten vallen, die vervolgens tot voedsel dienen voor het bodemleven, composteren en tenslotte weer voedsel voor de boom zelf vormen. De boom kan dat voedsel niet zelf vormen, maar heeft daar bodembacteriën, -schimmels etc. voor nodig. Het afgevallen blad zorgt er tegelijk voor dat andere zaden geen kans krijgen om te kiemen doordat de bladeren hun het licht ontnemen. Hierdoor heeft de boom meer kans om zelf te groeien.
Vogels, reeën en andere wilde dieren laten hun uitwerpselen vallen en bemesten hiermee de grond. Het bodemleven houdt de voedingsstoffen in die mest vast, waardoor ze niet uitspoelen of verdampen. Zwijnen en vogels zorgen met hun gewoel en gekrab voor verstoring van de bladerenlaag waardoor zaden weer kans krijgen om te kiemen.
Vertaal je dat naar de landbouw, groenteteelt en veeteelt dan kun je groente en veeteelt eigenlijk niet los van elkaar koppelen. Ze hebben elkaar nodig. Om het bodemleven te voeden heb je organisch materiaal en mest nodig. Dieren (koeien, kippen, varkens, schapen enz.) leveren die. We zitten in Nederland met een gigantisch mestoverschot en toch stijgt het kunstmestgebruik nog ieder jaar!? We halen veevoer van de andere kant van de wereld (waarmee je daar dus ook voedingsstoffen weghaalt en hier ophoopt) en gooien onze eigen gewassen (organische stof) in biovergisters. Dat blijf ik een onlogisch en omslachtig gebeuren vinden. Volgens mij kan dat ook anders.
Als we de organische stof en mest nou gebruiken om de akkers te bemesten, dan is er geen kunstmest meer nodig en voed je het bodemleven in plaats van het uit te roeien.
Als je het organisch materiaal en de mest echter in de grond werkt door bijvoorbeeld te ploegen, verstoor je de grond. Het gevolg is een verstoord bodemleven, verlies van voedingsstoffen en enorme onkruidgroei in een poging de bodem te herstellen. Breng je het echter aan als een laag compost, zonder die door te werken, dan voed je niet alleen het bodemleven, maar voorkom je ook de enorme onkruidgroei. Dat scheelt weer wieden of gif spuiten.
Het bodemleven en organisch materiaal in de bodem houden voedingsstoffen en water vast en zorgen dat deze bij de plant komen. Dat is erg handig, aangezien de plant zelf niet zomaar van zijn plek kan komen op zoek naar voedingsstoffen. Daarnaast belucht het bodemleven de bodem, waardoor ploegen uiteindelijk niet meer nodig is.
Het meest ideale plaatje, naar mijn mening, zou zijn dat vee over de akkers en weiden geroteerd worden. Iedere dag een nieuw stuk, groot genoeg voor één dag. Zo bemesten ze de grond, maar verdichten de grond niet, omdat ze er maar één dag staan. Stikstof en koolstof in de mest wordt opgenomen door het bodemvoedselweb en zo opgeslagen in de bodem. De dieren krijgen meer ruimte en buitenlucht. De weides worden niet overbegraasd en met een goede planning en strategie worden plagen onderbroken.
Boeren worden hierdoor minder afhankelijk van zaad- en kunstmestproducenten. Tijdens een slecht jaar, waar we er nu al heel wat van op rij hebben, hebben ze iets om op terug te vallen door de verbreding van het bedrijf. En deze methode is overal op de wereld toe te passen. Zo werd het ook al eeuwenlang gedaan, voordat kunstmest werd uitgevonden.
Echter…deze manier van boeren vraagt wel een heel andere manier van denken en werken. En verandering is niet eenvoudig. Toch gebeurt het al op veel plaatsen in de wereld, zowel op kleine als grote schaal. Gezonde bedrijven die zonder subsidies meerdere gezinnen jaarlijks voorzien van een inkomen. Zoals Ridgedale farm in Zweden, het Savory institute in de Verenigde Staten (met boerenbedrijfen over de hele wereld), Charles Dowding in Groot Britannië. Teveel bedrijven om op te noemen, maar deze drie zijn degenen die ons hebben geïnspireerd om te doen wat wij nu doen.
Wij gebruiken al jaren geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen meer aangezien die ook het bodemvoedselweb verstoren. En om eerlijk te zijn, mis ik ze ook niet meer.
We hebben mogen leren een stapje terug te doen en te kijken hoe de ecologie in de tuin het zelf oplost. Groeien de planten te snel? Dan komen er bladluizen om die groei af te remmen. Zijn er teveel bladluizen? Dan helpen de lieveheersbeestjes. Last van koolvlieg? Combinatieteelt met borago of salie kan dat tegengaan.
Wat je uiteindelijk krijgt, is een enorme diversiteit in planten, insecten, dieren en bodemleven. En des te diverser, des te meer weerstand tegen plagen en ziektes. En des te meer redenen voor verwondering!
Eindconclusie: GMO is zeker niet nodig, bodemleven wel!!